Columnist

Ergens tussen 1972 en 1974.

De telefoon gaat. Halverwege de middag. De Ferry Hull-Rotterdam heeft assistentie nodig om de Beneluxhaven in te kunnen. Normaal is dat voor deze P&O Ferry geen probleem. Kan ze gewoon zelf. Maar die dag waren de weergoden in een slechte bui. Het waaide hard vanuit de NO en harde slagregens zorgde voor een bijna onzichtbare wereld. De donkere voortjagende wolken dreigde naar beneden te vallen.
Met mooi weer een binnenkomer assisteren is eigenlijk routinewerk. Maar deze klus zou anders worden. En bezorgde ons door het slechte weer vanaf het begin een extra injectie adrenaline.
Ver voorbij de Noorderpier kwamen we Ferry al tegen. Ondanks zijn stabilisatievinnen slingerde hij behoorlijk. Net als wij overigens. Vastmaken was niet eenvoudig maar kon je gerust aan Leen Hoogvliet over laten. Lauw Verbruggen en Piet Lorwa waren ervaringsdeskundigen. Zelf zorgde ik niet te veel in de weg te lopen.
De Maasbank was op dat moment de enige bank. Maar dat zou snel veranderen. Stormkracht heel veel zorgde er voor dat Leen Hoogvliet al snel besloot dat er een bank bij moest komen. Welke dat was ? Ik dacht de Steenbank.
Het Calandkanaal door ging zoals je kunt verwachten. Hard werken en heel voorzichtig manoeuvreren.
Vervolgens voeren we de Beneluxhaven in richting aanlegsteiger van P&O Ferry's. Nog steeds heel voorzichtig. Ik zie de beelden nog voor mij. Op de parkeerplaats van P&O stonden een tiental caravans. Uit Engeland gekomen wachtend op toekomstige eigenaars die daarmee op vakantie wilde.
Maar caravans zijn slechts wat houten aan elkaar getimmerde delen en je staat versteld hoe snel ze uit elkaar geblazen kunnen worden door stevige windvlagen. De matrassen, kussen, kortom alle delen waaruit een caravans bestaat, vlogen hoog door de lucht.
Toch was dat niet ons grootste probleem. Het lukte namelijk niet om de Ferry tegen de kant te krijgen. Het waren de pk’s tegen de windgoden. En de windgoden dreigden te winnen. En extra hulp was geboden. Want het kon toch niet zo zijn dat de banken van de NRS deze klus niet konden klaren.
Maar helaas. Net toen het lukte om de Ferry af te meren brak onze sleepkabel en….kwam in de schroef van de Maasbank terecht. De Maasbank, de sterkste van de drie banken, ( 2x diesel 4tew 12cyl Wärtsilä (nr.3786 +3787) type 12V22MD-D, 5230bhp-3847kW total @1000rpm, sp 14kn, bp 61,5tah, 55,5tast ) was stuurloos en dreigde te vast te lopen. Dat laatste voor de kenners onder ons.

Laten we even ervan uit gaan dat de Steenbank er bij was. Deze maakte vast aan ons en sleepte ons terug naar de Schuurhaven. Althans dat was de bedoeling. De som blies ons de Schuurhaven voorbij en we dreigde opnieuw te stranden. Er was nog maar een oplossing om een ramp te voorkomen. Anker uit. Dat was onze redding. Nadat er nog een bank was bijgekomen moest het lukken om ons de Schuurhaven in te manoeuvreren. Maar eerst moest het anker weer omhoog. En toen gebeurde waarom ik dit verhaal vertel. Tijdens het ophalen van het anker ging voor een deel van de Europoort het licht uit. Om het anker zat een dikke kabel.

De relatie de lichten uit en dikke kabel werd niet zo snel gelegd. Wel de relatie tussen een dikke “koperen” ? kabel en bergloon. Met met man en macht werd de kabel binnen gehaald. En werden we naar de Schuurhaven gesleept. De sleepkabel zat immers nog in de schroef. Eenmaal afgemeerd dook Lauw Verbruggen onder water om de schade op te nemen. Het viel geloof ik wel mee. De andere dag hebben ze de sleepkabel uit de schroef gehaald. Maar ook stonden er mannen van de Rijkswaterstaat om de kabel op te eisen. Geen vindersloon. We handende kabel waarschijnlijk uit de meterkaste aan de wal getrokken. Misschien een boete ? Dat weet ik niet meer. Maar het hele gebeuren is voor mij wel een verhaal geweest dat ik vele malen heb verteld bij etentjes en verjaardagen.

De volgende keer. Met de Taklift 1 in rustig weer op weg naar de Doggersbank om een vrachtscheepje te bergen maar wat de volgende dag vlak voor IJmuiden weer uit de takels van de Taklift 1 donderde bij windkracht 11 uit de NW.